e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trap trap: einen smale trap (Dieteren) trap [een smalle ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
trechter trechter: trechter (Dieteren) trechter [SGV (1914)] III-2-1
treiteren tempteren: tamteere (Dieteren), temteere (Dieteren) sarren [SGV (1914)] III-1-4
trekharmonica monica: monica (Dieteren) harmonica [SGV (1914)] III-3-2
trekken trekken: trèkke (Dieteren) trekken [SGV (1914)] III-1-2
troebel, vuil (water) gemoerd: gemuurd (Dieteren) troebel [SGV (1914)] III-4-4
troef troef: troef (Dieteren) troef [SGV (1914)] III-3-2
troep troep: tröp (Dieteren) troepen (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
troeven (mv.) troeven (mv.): troeve (Dieteren) troeven (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
troffel troffel: trǫfǝl (Dieteren) Metselaarsgereedschap, bestaande uit een metalen blad van driehoekige vorm aan een gekromde steel met houten handvat. De troffel wordt gebruikt om specie op de stenen te brengen en uit te strijken en om metselstenen op maat te hakken. Zie afb. 1a. Het woordtype schmeisstroffel was in Q 121 van toepassing op een troffel die bij het pleisteren werd gebruikt. De voorkant van het blad van deze troffel was, in tegenstelling tot dat van de gewone troffel, niet rond maar recht afgewerkt. Zie ook het lemma 'pleisteren'. [Wi 3; N 30, 7a; monogr.] II-9