21445 |
uitschelden |
schelden:
schelje (L431p Dieteren)
|
schelden [SGV (1914)]
III-3-1
|
29925 |
uitvoerder |
uitvoerder:
ūt˲vø̜̄rdǝr (L431p Dieteren),
voorwerker:
vø̄rwęrkǝr (L431p Dieteren)
|
Persoon die in dienst van een aannemer of ambachtsman de leiding heeft over de uitvoering van een werk. [N 30, 3d; N 30, 3e; monogr.]
II-9
|
33846 |
uitwerpselen van het paard |
paardskeutelen:
pē̜rskø̜̄tǝlǝ (L431p Dieteren)
|
[A 9, 24b]
I-9
|
34144 |
uitwerpselen van koeien |
koeflater:
kuflātǝr (L431p Dieteren)
|
[N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
30051 |
uitzetplanken |
bouwplanken:
būplɛŋk (L431p Dieteren)
|
De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c]
II-9
|
21387 |
unster |
ponder:
mit eine punjer woage (L431p Dieteren),
punjer (L431p Dieteren)
|
unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)]
III-3-1
|
34061 |
vaars |
vaars:
vēs (L431p Dieteren),
vɛs (L431p Dieteren)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
19492 |
vaatdoek |
schotelsplag:
šoͅtəlsplak (L431p Dieteren)
|
vaatdoek [SGV (1914)]
III-2-1
|
20330 |
vader |
heer, de -:
hieer (d’n -) (L431p Dieteren),
oude:
ruw: "dn auwe"; cf. VD s.v. "ouwe"2. oudeheer, vader; cf. "Groene boekje"s.v. "ouwe (de)
auwe (d’n -) (L431p Dieteren),
pa:
pa (L431p Dieteren),
pap:
pap (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren),
papa:
pappa (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren),
vader:
vader (L431p Dieteren, ...
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
23330 |
vagevuur |
vagevuur:
vagevuur (L431p Dieteren)
|
vagevuur [SGV (1914)]
III-3-3
|