e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitschelden schelden: schelje (Dieteren) schelden [SGV (1914)] III-3-1
uitvoerder uitvoerder: ūt˲vø̜̄rdǝr (Dieteren), voorwerker: vø̄rwęrkǝr (Dieteren) Persoon die in dienst van een aannemer of ambachtsman de leiding heeft over de uitvoering van een werk. [N 30, 3d; N 30, 3e; monogr.] II-9
uitwerpselen van het paard paardskeutelen: pē̜rskø̜̄tǝlǝ (Dieteren) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien koeflater: kuflātǝr (Dieteren) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitzetplanken bouwplanken: būplɛŋk (Dieteren) De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c] II-9
unster ponder: mit eine punjer woage (Dieteren), punjer (Dieteren) unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)] III-3-1
vaars vaars: vēs (Dieteren), vɛs (Dieteren) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelsplag: šoͅtəlsplak (Dieteren) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vader heer, de -: hieer (d’n -) (Dieteren), oude: ruw: "dn auwe"; cf. VD s.v. "ouwe"2. oudeheer, vader; cf. "Groene boekje"s.v. "ouwe (de)  auwe (d’n -) (Dieteren), pa: pa (Dieteren), pap: pap (Dieteren, ... ), papa: pappa (Dieteren, ... ), vader: vader (Dieteren, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vagevuur (Dieteren) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3