30596 |
verf |
verf:
vęrǝf (L431p Dieteren)
|
Vloeibare substantie, gewoonlijk bestaande uit een poedervormige, kleurgevende stof en een bindmiddel. Verf wordt met behulp van een kwast, een roller of een spuit opgebracht, waarna zij in een harde laag opdroogt. [Wi 54; S 39; L A1, 82; N 67, 18a; monogr.]
II-9
|
19597 |
vergiet |
zij:
zie (L431p Dieteren)
|
Vergiet. Hoe noemt men de van gaten voorziene schotel (gemaakt van aardewerk, email of blik), die wordt gebruikt om b.v. gewassen groente te laten uitdruipen? [DC 14 (1946)]
III-2-1
|
21389 |
vergoeden |
vergoeden:
vergeu-je (L431p Dieteren)
|
vergoeden [SGV (1914)]
III-3-1
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhaol (L431p Dieteren),
vertelseltje:
vertelselke (L431p Dieteren)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
hae haet mörge z`ne verjaordaag (L431p Dieteren),
ver-joardaag (L431p Dieteren)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] || verjaardag [SGV (1914)]
III-3-2
|
21399 |
verkeren |
vrijen:
vrie-je (L431p Dieteren)
|
vrijen [SGV (1914)]
III-3-1
|
20367 |
verkering hebben |
vrijen:
vrie-je (L431p Dieteren)
|
vrijen [SGV (1914)]
III-2-2
|
18001 |
verkillen |
ineenkrimpen:
ineinkrumpe van de kau (L431p Dieteren)
|
verkleumen [SGV (1914)]
III-1-2
|
21390 |
verklaren |
verklaren:
verkloare (L431p Dieteren)
|
verklaren [SGV (1914)]
III-3-1
|
21392 |
verkoper |
verkoper:
verkuiper (L431p Dieteren)
|
verkooper [SGV (1914)]
III-3-1
|