21414 |
inktpot |
inktpot:
inkpot (L431p Dieteren)
|
inktpot [DC 14 (1946)]
III-3-1
|
26785 |
inkuilen |
inkuilen:
enkule (L431p Dieteren)
|
De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19]
I-5
|
25236 |
inslaan, van de bliksem gezegd |
inslaan:
inslâôn (L431p Dieteren)
|
inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
20827 |
inzouten |
zouten:
zaute (L431p Dieteren)
|
zouten (mv.?) [SGV (1914)]
III-2-3
|
18259 |
jak |
jak:
jak (L431p Dieteren),
kazavek:
kassjevek (L431p Dieteren)
|
jak [SGV (1914)]
III-1-3
|
18996 |
jaloers |
jaloers:
jaloes (L431p Dieteren)
|
jaloersch [SGV (1914)]
III-1-4
|
22435 |
jarig zijn |
jarig zijn:
hè is jörig (L431p Dieteren),
verjaardag hebben:
hae haet mörge z`ne verjaordaag (L431p Dieteren)
|
Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)]
III-3-2
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jas (L431p Dieteren),
jes (L431p Dieteren)
|
jas [SGV (1914)] || jassen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
24556 |
jeneverbes |
hansbortel:
hansbartel (L431p Dieteren)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
18086 |
jicht |
gicht:
gicht (L431p Dieteren)
|
jicht [SGV (1914)]
III-1-2
|