e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dieteren

Overzicht

Gevonden: 1751
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lamp lamp: lamp (Dieteren) lamp [SGV (1914)] III-2-1
lampenpit lampenpit: lampəpet (Dieteren) lampepit [SGV (1914)] III-2-1
landerijen akker: akǝr (Dieteren), land: lanjtj (Dieteren), veld: vɛljtj (Dieteren) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landstreek streek: streek (Dieteren) streek (in deze ~) [SGV (1914)] III-4-4
langpootmug hooiwagen: huiwage (Dieteren), wuppensnijder: wuppesniejer (Dieteren) langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
lantaarn lantaarn: lantaer (Dieteren) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
laster laster: laster (Dieteren) laster [SGV (1914)] III-1-4
lastig (werken) lastig: lestig (Dieteren) lastig [SGV (1914)] III-1-4
laten laten: loate (Dieteren) laten [SGV (1914)] III-1-2
lawaai maken laweit maken: leweit make (Dieteren) lawaai maken [SGV (1914)] III-4-4