e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

Gevonden: 2332
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flank flank: flaŋk (Dilsen), zijden: zīǝ (Dilsen) Het gedeelte van de huid dat de flank bedekt. Volgens de informant van L 292 is het leer hiervan minder van kwaliteit maar zeer geschikt voor de binnenhaam. Zie afb. 1. [N 60, 3e; N 60, 3d; N 60, 247; N 36, 5; N 36, 4; N 36, 6b] || Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9, II-10
flauwvallen kwalijk vallen: koalek vallen (Dilsen), koalik vallen (Dilsen), van zijn center vallen: van z`ne center vallen (Dilsen), verduizeld neervallen: verduiselt (Dilsen) een beroerte, een geraaktheid krijgen [ZND 32 (1939)] || het bewustzijn verliezen [DC 60 (1985)] || Wilt u het volgende zinnetje aanvullen: hij kreeg zon harde klap, hij viel ... neer. (buiten bewustzijn) [DC 60 (1985)] III-1-2
fokmerrie veulensmeer: vȳǝ.lǝsmīǝ.r (Dilsen) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug baggelzoog: bágǝlzūox (Dilsen) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fopspeen lots: loetch (Dilsen) fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)] III-2-2
fouten bij slecht overhalen valse plooien: valse plooien (Dilsen) Fouten die ontstaan, doordat men bij het overhalen het leer niet goed aantrekt. [N 60, 87] II-10
framboos framboos: framboezen (Dilsen) Hoe noemt u de framboos in het algemeen (uitspraak) [N 72 (1975)] I-7
freesmachine frees: frēs (Dilsen), toupie: tapi (Dilsen) Machine, bestaande uit een metalen frame waarop een verticale as is aangebracht die voorzien is van een aantal beiteltjes. Met de freesmachine kunnen inkervingen in het hout worden aangebracht. Ze wordt ook gebruikt om bepaalde profielen in het hout aan te brengen en is dan vaak de vervanger van de profielschaven. Zie ook afb. 56. [N 53, 86a; monogr.] II-12
frezen uitfrezen: ūtfrēzǝ (Dilsen) Het hout met behulp van de freesmachine bewerken. [N 53, 109a; monogr.] II-12
fuchsia belletjes: -  bèlkes (Dilsen), fuchsia: -  foeksia (Dilsen) fuchsia [DC 57 (1982)] III-2-1