e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Dilsen

Overzicht

Gevonden: 2332

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appelmoes compte: kompot (Dilsen), prots: proetch (Dilsen) appelmoes [ZND 32 (1939)] III-2-3
appeltaartje toeslagje: toeslagje (Dilsen) een klein appeltaartje, in de vorm van een halve maan [ZND 32 (1939)] III-2-3
aren lezen oogsten: ǫu̯stǝ (Dilsen), ǫu̯xstǝ (Dilsen) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
arend van de zeis ang: ãŋ (Dilsen) Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.] I-3
arm schaven passend schaven: pasǝnt šāvǝ (Dilsen) Een deur langs de diktezijde schuin afschaven, opdat ze beter sluit in de sponning van het kozijn. [N 53, 104] II-12
armband bracelet (fr.): een brazelette (Dilsen) armband (Fr> bracelet) [ZND 32 (1939)] III-1-3
arme mens arme mens: n erme mins (Dilsen) een arme mens [ZND 32 (1939)] III-3-1
armoede armoede: ermood (Dilsen) armoede [ZND 32 (1939)] III-3-1
arresteren aanhouden: de gendermen hebben hem aangehawen (Dilsen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
as as: as (Dilsen, ... ) as [ZND 32 (1939)] || In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 10a; A 42A, 3; Sche 37; monogr.] II-3, III-2-3