e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jojo jojo: jojo (Doenrade) Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)] III-3-2
jokeren (kaartspel) jokeren: jokere (Doenrade) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bn.) jong: ⁄t kèndj is nog jonk (Doenrade) jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong dat pas kan vliegen een die pas uit vliegt: une dae pas oet vlugt (Doenrade), pieper: ene pieper (Doenrade) een jong dat pas kan vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen krijgt al stoppelen op: dae krit al sjtoppels op (Doenrade) Hoe zegt men van een jong: "met schietende pluimen"? [N 93 (1983)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen (zn.) stoppelsjongen: une sjtoppelsjounge (Doenrade) een jong met schietende pluimen? [N 93 (1983)] III-3-2
jong en kaal vogeltje jong vogeltje: jong vögelke (Doenrade), kats vogeltje: katsj vuugelke (Doenrade) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kats: katsj (Doenrade, ... ), katsjong: katsjong (Doenrade) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] III-4-1
jong van een dier jong: joŋk (Doenrade), joŋt (Doenrade), jŏnk (Doenrade), WLD  jónk (Doenrade), jongen (mv.): jōnge (Doenrade), jongt: e jongt (Doenrade) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bak (Doenrade), baggen (mv.): bage (Doenrade) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12