e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
juffrouw juffer: joffer (Doenrade), juffrouw: juffrouw (Doenrade), jungfer (du.): Van Dale (DN): Jungfer, 1. (vero.) juf(fer), juffrouw; - 2. (pej.) jongedochter, oude vrijster.  jomfer (Doenrade) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1
juweel steen: sjteen (Doenrade) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] III-1-3
kaak raak: raak (Doenrade) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaakbeen(rand) raak: raak (Doenrade) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaakgestel kakement: kakement (Doenrade) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaal duivenjong een die nog duivelsharen op heeft: une dae nog duvelshaore op head (Doenrade) een jong van enkele dagen oud, nog met haar? [N 93 (1983)] III-3-2
kaam kaam/kamen: kȳmǝ (Doenrade) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaardenbol kam: kem (Doenrade), alleen in t meervoud  kem (Doenrade) kaarddistel [SGV (1914)] || kaarddistel (VanDale: gew. ben.vd kaardebol) [SGV (1914)] I-7, III-4-3
kaarsenaansteker kaarsenaansteker: kaerseaasjtaeker (Doenrade) De kaarsenaansteker en -dover: een lange stok voorzien van een hoorntje om kaarsen te doven, en een aangehechte wasdraad om kaarsen aan te steken [domper, doofhoedje, kaarsenhoorntje, kaarsenaansteker?] . [N 96B (1989)] III-3-3
kaarsenbak kaarsenbak: kaersebak (Doenrade) De houder, waarin brandende kaarsen gezet kunnen worden, meestal voor een heiligenbeeld [kaarsenbak?]. [N 96A (1989)] III-3-3