e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mouw mouw: moe (Doenrade), moew (Doenrade), mōēw (Doenrade), mu (Doenrade), mūw (Doenrade) de mouw [N 59 (1973)] || Hoe noemt U in het algemeen een mouw? [N 62 (1973)] || mouw [SGV (1914)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW] II-7, III-1-3
mouwkop mouwkop: mukop (Doenrade) Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128] II-7
mouwlengte mouwlengte: mulęŋtǝ (Doenrade) Dames- en herenmaat, genomen bij en na de halve rugbreedte en de ellebooglengte. Zie afb. 25. [N 59, 47a; N 62, 2b] II-7
mouwomslag, manchet manchet: manšęt (Doenrade), manšɛt (Doenrade) Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW] II-7
mouwplank mouwplank: muplaŋk (Doenrade) De mouwplank gebruikt men voor het openpersen van de mouwnaden; zij wordt daartoe in de mouwen gestoken. De informant van L 416 zegt een mouwplank met één poot te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ. Zie afb. 16.' [N 59, 19d] II-7
mouwsplitje split: šplet (Doenrade) Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a] II-7
mouwvoering aannaaien aanslaan: āšlǭn (Doenrade) De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127] II-7
muik mout: môêt (Doenrade) mui; Hoe noemt U: (Geheime) bergplaats voor onrijp fruit (mui, ponk, bier, moele, loering, gielgoerde) [N 80 (1980)] III-2-3
muilband voornavenband: vø̄rnāvǝbantj (Doenrade) Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.] II-11
muilpeer slag op de muil: sjlaag op de moel (Doenrade) Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] III-1-2