e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
orgeldraaier orgeldraaier: orgeldreejer (Doenrade) Iemand die een draaiorgel bespeelt [orgeldraaier, liereman]. [N 90 (1982)] III-3-2
orgelpijpen orgelpijpen: òrgelpiepe (Doenrade) De pijpen van het orgel [örgelpiepe, orrejelspiefe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
orgeltrapper orgeltreder: orgeltraener (Doenrade) De orgeltrapper, orgeltreder, die al pompend of tredend de blaasbalg van het orgel met lucht vulde [örgeltrèèjer, balketrèëner, herrejotswinkmecher?]. [N 96B (1989)] III-3-3
oud, bejaard bejaard: bejèerd (Doenrade), bejø͂ͅrd (Doenrade), op leeftijd: op laeftied (Doenrade) bejaard [SGV (1914)] || iemand van oudere leeftijd ( oude man, oude vrouw, oude van dagen) [N 102 (1998)] III-2-2
oude duif oude, een ~: ene ouwe (Doenrade, ... ), Toelichting v.d. invuller v.w.b. de "levensloop":  une auwe (Doenrade) een duif die ouder dan één jaar is? [N 93 (1983)] || een duif van 2 of 3 jaar? [N 93 (1983)] III-3-2
oude man oude man: auwe men (Doenrade), einen awwe man (Doenrade) oude [een ~ man] [SGV (1914)] || oude man [ouken, ouderling, oude paai, peke, pee, knar] [N 86 (1981)] III-2-2, III-3-1
oude vrouw oude tas: cf. VD s.v. "II. tas"(veroud. gew.) huwbaar meisje of jonge vrouw; cf. VD s.v. "II. tes"(gew. bijvorm van tas cf. WNT s.v. "tas (I) - tessche, tesch, tes"3) soms in minachtende zin voor een vrouw in het algemeen, zoveel als: vrouwspersoon; vgl. WNT s.v. "tes"(tas I) en "tesch"(tas I)  auw tĕsj (Doenrade), oude vrouw: auw vrouw (Doenrade) oude vrouw [kogehel] [N 86 (1981)] III-2-2
oudejaarsdag oudejaarsdag: ouwejaorsdaag (Doenrade) 31 december [oudjaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
ouden van dagen op leeftijd: op laeftied (Doenrade, ... ), oude lui: ouw luu (Doenrade) oude man [N 102 (1998)] || oude vrouw [N 102 (1998)] || ouden van dagen [N 102 (1998)] III-3-1
ouders ouders: auwesj (Doenrade), au̯əš (Doenrade), ouwelui: au̯ løi̯ (Doenrade) ouders [SGV (1914)] || ouders; Komt dit woord in het dialect wel voor? [DC 05 (1937)] III-2-2