e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overloop overloop: euverloop (Doenrade), uèverloop (Doenrade) Hoe noemt u de vloer boven tussen de hoogste trede van de trap en de deuren van de kamers? (overloop, allee, denter) [N 104 (2000)] III-2-1
overmoedig gedrag waaghalzerij: waaghaoserie (Doenrade) overmoedig, roekeloos gedrag [cranerie] [N 85 (1981)] III-1-4
overrijp, beurs melig: WLD  méélich (Doenrade), murg: múrg (Doenrade) Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] I-7
overschoen overschoen: euversjōēn (Doenrade) Een schoen die over een andere aangetrokken wordt bij regenachtig weer? (overschoen?) [N 60 (1973)] III-1-3
overschot, restant klats: klatsj (Doenrade, ... ), klatsje: e kletsjke (Doenrade), rest: rest (Doenrade, ... ) dat wat over is gebleven van een oorspronkelijk aantal, hoeveelheid of geheel [rammenant, rest, solde, klak] [N 91 (1982)] || een klein overschot [kwets, kwats, klats, klets, klas] [N 91 (1982)] || een overgebleven brok van een of andere hoeveelheid [klik] [N 91 (1982)] III-4-4
overstikken dobbel stikken: dobǝl štekǝ (Doenrade) Naast de naad nog eens naaien. [N 59, 55; N 62, 9] II-7
overtuigd overtuigd: euevertuugd (Doenrade) overtuigd [SGV (1914)] III-1-4
overtuigen overtuigen: euevertuge (Doenrade) overtuigen [SGV (1914)] III-1-4
overweg overweg: euverwièg (Doenrade), euverwéég (Doenrade), uèverweag (Doenrade) de plaats waar men een spoorweg kan oversteken [overweg, bareel] [N 90 (1982)] III-3-1
overwegen nadenken: naodènkə (Doenrade) goed nadenken, alles goed bekijken voordat men iets doet [nadenken, achterdenken, naprakkezeren, overdenken] [N 85 (1981)] III-1-4