e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poesjenellenkelder poppenkast: pupəkas (Doenrade) De ruimte waar marionettenvoorstellingen gegeven worden [poesjenellekelder, poesje]. [N 90 (1982)] III-3-2
pofbroek pofbroek: pofbrook (Doenrade) een plusfour (pofbroek, drollenvanger, bugelbroek) [N 59 (1973)] III-1-3
pofmouw pofmouw: poefmōēw (Doenrade), pufmūw (Doenrade) Mouw met een bolstaande plooi. [N 62, 34b; MW; monogr.] || Welke soorten mouwen kent U (pofmouw, puntmouw etc.?). Beschrijf hoe deze er uit zien [N 62 (1973)] II-7, III-1-3
pokdalig pokkelig: pukkelig (Doenrade) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken ragelen: rōͅxələ (Doenrade) poken [SGV (1914)] III-2-1
pokken pokken: poekke (Doenrade), pòkke (Doenrade) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: pokken, gezwellen op de huid, vooral de kop? [N 93 (1983)] III-3-2
politieagent bode: boa (Doenrade), police (fr.): pelies (Doenrade), pəlis (Doenrade) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pols pols: pols (Doenrade) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pompen van de meikever bidden: ideosyncr.  beeien (Doenrade), tellen: WLD  tellə (Doenrade) Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)] III-4-2
pompen, vermaken pompen: pompǝ (Doenrade), vermaken: vǝrmākǝ (Doenrade) Vermaken van kleding. Aangeven van aan te brengen veranderingen in verband met niet goed passen (Meima I, pag. 6). [N 59, 190a; N 62, 21b; MW] II-7