24975 |
rechtop |
rechtomhoog:
rechoomhoòg (Q027p Doenrade),
rechtop:
rechop (Q027p Doenrade)
|
rechtopstaand, recht omhoog staand [fiks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21720 |
rechtspreken |
berechten:
berechtə (Q027p Doenrade)
|
rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18961 |
rechtvaardig |
rechtvaardig:
rechveerdig (Q027p Doenrade)
|
handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25083 |
reeks, rij |
reeks:
rieèks (Q027p Doenrade),
rij:
riej (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
rīē (Q027p Doenrade)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] || rij [SGV (1914)]
III-4-4
|
18554 |
regenjas |
regenjas:
réégejas (Q027p Doenrade)
|
een regenmantel [N 59 (1973)]
III-1-3
|
24308 |
regenworm |
piering:
pering (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade),
perink (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade)
|
pier [SGV (1914)] || pier, aardworm [SGV (1914)]
III-4-2
|
22078 |
reinigen (van de hokken) |
krabben:
Opm. v.d. invuller: men zegt dan: "ut hok krabbe".
krabbe (Q027p Doenrade),
poetsen:
Opm. v.d. invuller: men zegt dan: "ut hok poetse".
poetse (Q027p Doenrade),
schoonmaken:
sjoan make (Q027p Doenrade),
Opm. v.d. invuller: men zegt dan: "ut hok sjoeênmake".
sjoeênmake (Q027p Doenrade),
stront vegen:
Opm. v.d. invuller: dit zegt men soms ook wel.
sjtronjt vaege (Q027p Doenrade)
|
Hoe zegt men: het reinigen van de hokken? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21195 |
reis |
reis:
rees (Q027p Doenrade)
|
het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
31835 |
reischaaf |
rechtschaaf:
rexšāf (Q027p Doenrade)
|
Zware, lange schaaf met dubbele beitel, waarmee reeds grof bewerkt hout zuiver glad en recht wordt geschaafd. Het schaafblok van een reischaaf is ongeveer 70 tot 80 cm lang, 7 cm breed en 7 cm hoog. Zie ook afb. 36. De reischaaf wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de bovenkant van de duigen van een vat mee glad. [N 53, 61; N E, 35a; N G, 35b; monogr.]
II-12
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
koffer (Q027p Doenrade, ...
Q027p Doenrade)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] || koffer [SGV (1914)]
III-3-1
|