e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaatsen schaatsen: sjaatse (Doenrade) Zich voortbewegen op schaatsen [schaatsen, schaverdijnen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schaatsenrijder waterspin: watersjpin (Doenrade, ... ) schaatsertje: Hoe noemt u het insect dat met schokkende bewegingen over het water lijkt te schaatsen? Het lijf van het insect staat op lange poten op het water. [N100 (1997)] III-4-2
schacht schacht: sjagt (Doenrade) Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): schacht (3) [N 93 (1983)] III-3-2
schaduw, lommer scheem: sjeim (Doenrade) schaduw [SGV (1914)] III-4-4
schaften rasten: zich rastə (Doenrade), ungeren: onjere (Doenrade), unjere (Doenrade) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] || schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd ungeren: onjere (Doenrade), unjere (Doenrade) schafttijd [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: sjanj (Doenrade) schande [SGV (1914)] III-3-3
scharnierbeitel ploegbeitel: plōx˱bęjtǝl (Doenrade) Hakbeitel waarvan heft en blad uit één stuk staal gesmeed zijn. Het beitelblad heeft aan de voorkant een zeer smalle, schuingeslepen zijde. De beitel wordt gebruikt voor het aanbrengen van smalle sleuven en gaten en vaak ook voor het inhakken van de sleuven voor scharnieren. Zie ook afb. 67. Een holte in een kozijn maken met behulp van de scharnierbeitel werd in Gronsveld (Q 193) infitsen (īnfetšǝ) genoemd. [N 53, 41-42; N G, 27b; monogr.] II-12
schatten op het oog: op ut oog (Doenrade), schatten: sjàttə (Doenrade) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1
schede schede: sjeedə (Doenrade), sjeij (Doenrade) Schede: het buisvormige deel van de vrouwelijke geslachtsorganen dat toegang verleent tot de baarmoederhals, vagina (slot, foeter, keet, schede). [N 84 (1981)] || scheede [SGV (1914)] III-1-1, III-2-1