e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sportvest sportkamizool (<fr.): sjportkammezaol (Doenrade) een sportvest [N 59 (1973)] III-1-3
spotten spotten: sjpotte (Doenrade), sjpottə (Doenrade, ... ) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || spotten [SGV (1914)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreeuw spreeuw: sjprieeuw (Doenrade) spreeuw [SGV (1914)] III-4-1
spreken, praten kallen: kalle (Doenrade, ... ), spreken: sjprèke (Doenrade), sjprêke (Doenrade) praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprenkelen sprenkelen: sjprènkelə (Doenrade), sjprênkele (Doenrade), sprènkele (Doenrade) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast aspergus me: asperges me (Doenrade) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
sprinkhaan sprinkhaan: sjprenkhaan (Doenrade), sjprènkhaan (Doenrade) sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: sjprooetele (Doenrade) sproet(en) [SGV (1914)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sjprokkelə (Doenrade) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2
sprong sprong: šprøŋk (Doenrade) Extra ruimte in het bijzonder bij de schouderbeenderen en de armkogel, ingebracht door bijv. een plooitje af te rijgen, de binnenvulling op een bepaalde wijze te snijden en inknippingen te maken. Men voorkomt hierdoor dat het kledingstuk gaat trekken. [N 59, 100b] II-7