| 17680 |
teen |
teen:
teen (Q027p Doenrade),
tieen (Q027p Doenrade),
tieene (Q027p Doenrade)
|
teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 22429 |
tegen de bal schoppen |
trappen:
trappe (Q027p Doenrade)
|
Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 21884 |
tegenvaller |
strop:
sjtrop (Q027p Doenrade)
|
een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21998 |
tegenwind |
kopwind:
ze hubbe kopwinjd (Q027p Doenrade)
|
Hoe zegt men: de duiven vliegen met de wind tegen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 21210 |
telefoon |
telefoon:
telefoeén (Q027p Doenrade),
telefoon (Q027p Doenrade),
tillefoon (Q027p Doenrade)
|
het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21211 |
telefooncel |
telefooncel:
telefoeéncel (Q027p Doenrade),
telefooncel (Q027p Doenrade),
tillefooncel (Q027p Doenrade)
|
het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21208 |
telegram |
telegram:
telegram (Q027p Doenrade),
tillegram (Q027p Doenrade)
|
een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] || telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 32965 |
telen, verbouwen |
kweken:
kwīǝkǝ (Q027p Doenrade)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
| 18840 |
teleurgesteld (worden) |
sneu:
sjneu (Q027p Doenrade),
verneukt:
zich vernèùkt veulə (Q027p Doenrade)
|
in zijn verwachtingen bedrogen uitkomend, teleurgesteld [sneu, snul, bedonderd, beteuterd] [N 85 (1981)] || niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19253 |
ten einde brengen |
afmaken:
aafmakə (Q027p Doenrade)
|
een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|