e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vademen invamen: envē̜mǝ (Doenrade), vamen: vē̜mǝ (Doenrade) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader pap: het meest gebr.: vader  pap (Doenrade), vader: vader (Doenrade), vādər (Doenrade) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vagebond landloper: lanjtleuper (Doenrade) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: vêgevuur (Doenrade) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
valdeur aan duiventil schuif: Opm. v.d. invuller: deze benaming, al naargelang de uitvoering!  de sjuef (Doenrade), vallokken: Opm. v.d. invuller: deze benaming, al naargelang de uitvoering!  de valloaker (Doenrade) Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)] III-3-2
valgordijn, rolgordijn rol: rol (Doenrade) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
vallen vallen: valle (Doenrade) vallen [SGV (1914)] III-1-2
vals vals: valsj (Doenrade) valsch [SGV (1914)] III-1-4
vals spel foetelarij: foetelerie (Doenrade) Oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij]. [N 88 (1982)] III-3-2
vals spelen foetelen: foetele (Doenrade) Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2