21795 |
verwensen |
verwensen:
verwunsjə (Q027p Doenrade)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21806 |
verzoek |
aanbieden:
aanbeijə (Q027p Doenrade),
verzoeken:
verzeukə (Q027p Doenrade)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
31128 |
verzolen |
lappen:
lapǝ (Q027p Doenrade)
|
Het van nieuwe zolen voorzien van de schoenen. [N 60, 232b]
II-10
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzôēmə (Q027p Doenrade)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
vesper (Q027p Doenrade)
|
De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18277 |
vest |
gracht:
grag (Q027p Doenrade),
kamizool (<fr.):
kammezaol (Q027p Doenrade),
kammezoal (Q027p Doenrade),
wal:
walle (Q027p Doenrade),
wallə (Q027p Doenrade)
|
de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || het vest [N 59 (1973)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)]
III-1-3, III-3-1
|
28727 |
vestenmaker |
kamizoolsmaker:
kamǝzǭlsmē̜kǝr (Q027p Doenrade)
|
Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a]
II-7
|
18533 |
vestzakje |
kamizoolstasje (<fr.):
kammezaolstesjke (Q027p Doenrade)
|
het zakje in het vest [N 59 (1973)]
III-1-3
|
30928 |
veter |
schoensriem:
šōnsrę̄m (Q027p Doenrade)
|
Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi]
II-10
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄lǝ (Q027p Doenrade)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|