e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwensen verwensen: verwunsjə (Doenrade) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verzoek aanbieden: aanbeijə (Doenrade), verzoeken: verzeukə (Doenrade) het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)] III-3-1
verzolen lappen: lapǝ (Doenrade) Het van nieuwe zolen voorzien van de schoenen. [N 60, 232b] II-10
verzuimen verzuimen: verzôēmə (Doenrade) nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)] III-1-4
vespers vesper (lat.): vesper (Doenrade) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] III-3-3
vest gracht: grag (Doenrade), kamizool (<fr.): kammezaol (Doenrade), kammezoal (Doenrade), wal: walle (Doenrade), wallə (Doenrade) de aarden wal rondom een stad of gracht [vesting, vest] [N 90 (1982)] || het vest [N 59 (1973)] || vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3, III-3-1
vestenmaker kamizoolsmaker: kamǝzǭlsmē̜kǝr (Doenrade) Kleermaker die vooral vesten maakt. De woordtypen jassenmaker, jasmaker, confectioneur en stukwerker duiden erop dat deze persoon niet enkel vesten maakt. [N 59, 195a] II-7
vestzakje kamizoolstasje (<fr.): kammezaolstesjke (Doenrade) het zakje in het vest [N 59 (1973)] III-1-3
veter schoensriem: šōnsrę̄m (Doenrade) Koord of smal gevlochten band door de ogen van de schoenen geregen, om de kleppen naar elkaar toe te halen en te bevestigen. Het kan van leer of van een andere stof gemaakt zijn. Volgens de informant van P 219 is de staartel breder dan de nestel. [N 60, 27a; N 60, 27b; L 5, 14; Wi] II-10
veulen veulen: vø̄lǝ (Doenrade) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9