e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
gracht dijk:   graa-ch (Wellen), graach (Groot-Gelmen), graaf (Mechelen-aan-de-Maas), graag (Alken, ... ), grach (Jeuk), gracht (Kwaadmechelen), grēͅch (Vroenhoven), dijk  grach (Hoepertingen), gracht  grach (Gingelom), hoge gracht  graach (Eigenbilzen), opgehoopte aarde  grɛ̄t (Val-Meer), uitgedolven gracht  grācht (Diepenbeek), uitgegraven  gracht (Paal), gegraven waterloop:   gra.xt (Lummen), grax (Amby, ... ), graxt (As, ... ), grāt (Eys, ... ), grāx (Beverst, ... ), grāxt (Genk, ... ), grāǝt (Spekholzerheide), grēt (Millen, ... ), grēx (Grote-Spouwen, ... ), grɛx (Bilzen), grɛ̄x (Kleine-Spouwen), jrāt (Bleijerheide, ... ), gracht:   graach (Lottum), graacht (Wellerlooi), graag (Waubach), graat (Bleijerheide, ... ), graaət (Bocholtz), grach (Bemelen, ... ), gracht (Blerick, ... ), grag (Blerick, ... ), gragd (Meijel), graof (Diepenbeek), gràch (Heerlen, ... ), gràcht (Gennep, ... ), gràg (Nieuwenhagen, ... ), grààch (Maastricht), grààgt (Sevenum), gráácht (Oirlo), grááGt (Spekholzerheide), jraat (Kerkrade), ⁄n grach (Klimmen), sloot = graaf  gracht (Leunen), grensstrook langs een akker:   gracht (Bommershoven, ... ), heg, haag:   gracht (Gruitrode, ... ), heuvel, kleine hoogte:   grèèch (Vlijtingen), kanaal:   grach (Venlo), kreek, stilstaand water:   gràcht (Loksbergen), lage, natte plekken in moeras:   grāx (Grote-Spouwen), pand van een weideperceel:   graxt (Paal), sloot, greppel: ps. invuller twijfelt over het antwoord!  də grā.t (Henri-Chapelle), straatgoot:   de gracht (Nieuwerkerken), gracht (Linkhout, ... ), grāəcht (Stevoort), gràcht (Loksbergen), n gracht (Heusden, ... ), ne gracht (Kuringen), nə grach (Hasselt), ps. omgespeld volgens Frings!  graxt (Houthalen), talud:   grāx (Vliermaal), grēx (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), gręx (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), vest:   grach (Gulpen), gracht (Ittervoort), grag (Doenrade, ... ), waterlossing:   graxt (Beringen), grøxt (Kermt), grāx (Vliermaalroot), (mv.)  grǫxtǝ (Linkhout), watervoor:   gráxt (Koersel, ... ) I-1, I-8, II-4, III-2-1, III-3-1, III-4-4