e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
collectant collectant (fr.): kollektant (Doenrade) Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecte collecte: kollekte (Doenrade) De geldinzameling, de collecte [de kollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteren rondgaan: rondjgaon (Doenrade) Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
collecteschaal schaal: sjaol (Doenrade), telder: teijer (Doenrade) De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
collectezakje klingelsbuidel: klingelsbuul (Doenrade) Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)] III-3-3
commode, ladenkast commode: komōət (Doenrade) commode [SGV (1914)] III-2-1
communie communie (<lat.): kemuunie (Doenrade) De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)] III-3-3
communie-uitdeling communie (<lat.) uitdelen: kemuune oetdeele (Doenrade) Communie-uitdeling, communie-uitreiking buiten de mis (b.v. zondagmorgen een (half) uur vóór de vroegmis). [N 96B (1989)] III-3-3
communiebank communiebank: kummuunebank (Doenrade) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiekleed communiedoek: kummuunedook (Doenrade) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3