e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dagvaarden oproep: oproop (Doenrade) iemand laten weten dat hij voor de rechter moet verschijnen [ontbieden, pressen] [N 90 (1982)] III-3-1
dagvaarding dagvaarding: dagvaarding (Doenrade) de mededeling aan een verdachte of getuige dat hij op een bepaald tijdstip voor de rechter moet verschijnen [dagvaarding, dagement] [N 90 (1982)] III-3-1
dagwerk, maat van 4000 m2 2 zil: 2 zil (Doenrade) de maat die een oppervlakte aangeeft van 4000 vierkante meter [gemet, dagwerk] [N 91 (1982)] III-4-4
dak dak: dāk (Doenrade) Het gehele samenstel dat de bedekking vormt van een huis of gebouw. Het bestaat uit een kap die wordt afgedekt met pannen, leien, zink, ijzer, stro of riet en die rust op de muurplaat of balklaag. Men onderscheidt verschillende dakvormen. Zie ook de volgende lemmata. [S 6; L 1a-m; L 8, 66; L 12, 9; L A2, 500; N 32, 43a; monogr.; Vld.] II-9
dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen natslag: Opm. v.d. invuller: ken ik niet. Er bestaan wel ontluchtingspannen, maar of dit zo genoemd wordt?!  une noatsjlaag (Doenrade), provisorisch slagje: Opm. v.d. invuller: ken ik niet. Er bestaan wel ontluchtingspannen, maar of dit zo genoemd wordt?!  un proovisooasj sjlaegske (Doenrade) Hoe heet een dakpan met opening om een duif doorgang te verlenen? [N 93 (1983)] III-3-2
dal, vallei dal: daal (Doenrade, ... ), del (Doenrade), dél (Doenrade, ... ), diepte: deepte (Doenrade), laagte: leegde (Doenrade) dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte [SGV (1914)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)] III-4-4
dam dam: dam (Doenrade) de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)] III-3-1
damesfiets vrouwluifiets: vrooluujfits (Doenrade) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar vrouwen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
dameskleermaker dameswerker: dāmǝswerkǝr (Doenrade) Persoon die alleen werk voor vrouwen maakt. [N 59, 195d] II-7
damesmantel mantel: mantjel (Doenrade), mantjels (Doenrade) mantel [SGV (1914)] || mantels (mv.) [SGV (1914)] III-1-3