e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dode tak dode tak: WLD  dōô tak (Doenrade), stek: sjtek (Doenrade) Een dode tak (stek). [N 82 (1981)] III-4-3
doedelzak doedelzak: doedelzak (Doenrade, ... ) Het blaasinstrument dat bestaat uit een leren zak waarin de speler lucht blaast die hij dan door druk met de arm in een soort schalmei met toongaten blaast; andere schalmeien aan de zak blijven dezelfde toon geven [doedelzak, doerelzak, moemelzak]. [N 90 (1982)] III-3-2
doek doek: douk (Doenrade) doek [SGV (1914)] III-1-3
dof, gedempt van geluid dof: dŏĕf (Doenrade) niet helder, gedempt, gezegd van een geluid [grof, dof, hol, schor] [N 91 (1982)] III-4-4
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Doenrade), dôffer (Doenrade), hoorn: haore (Doenrade), hoare (Doenrade), hore (Doenrade), horen: haore (Doenrade) doffer: een mannelijke duif [GV K (1935)] || duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || een mannelijke duif (doffer, kebber, kipper, horen, duivcer) [N 83 (1981)] || mannetjesduif [SGV (1914)] III-4-1
dogkar dogkar: doq˱kar (Doenrade) Tweewielig licht rijtuig, meestal zonder kap, voor vier personen die rug aan rug zitten. Er is geen aparte bok voor de koetsier. [N 17, 5, add; N 101, 5; N G, 51; L 27, 33; L 36, 70; L1a-m; monogr.] I-13
dokteren dokteren: dokterə (Doenrade) dokteren: De geneeskunde beoefenen (meesteren, dokteren). [N 84 (1981)] III-1-2
dom dom: dom (Doenrade), dóm (Doenrade), stom: sjtóm (Doenrade) Een dom, domkerk. [N 96A (1989)] || niet gemakkelijk denkend, beperkt van verstand, dom [dom, stom, lomp] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-3
domino domino: domino (Doenrade) Het spel met 28 stenen die op één zijde met ogen of een punt gemerkt zijn (van dubbel blank tot dubbel zes) die tegen elkaar gelegd m oeten worden zó dat telkens gelijke ogen aan elkaar sluiten en waarbij iedere speler probeert domino te worden, d.w.z. zi [N 88 (1982)] III-3-2
domme man stommerik: sjtómmerik (Doenrade) een dom persoon [domoor, dommerik, dotskop] [N 85 (1981)] III-1-4