e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gejoel geschrei: gesjrei (Doenrade) gejoel [SGV (1914)] III-3-1
gek gek: gek (Doenrade) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken gekheid maken: gekheet maakə (Doenrade) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkehoes (Doenrade, ... ), gékkehoes (Doenrade) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
gekleurde top van de slagpen top: de tup (Doenrade) Hoe heten de onderdelen van de slagpen? (de cijfers tussen haakjes verwijzen naar tekening 3): gekleurde top (7) [N 93 (1983)] III-3-2
geknield zitten op de knien zitten: op de kneije zitte (Doenrade) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
geknotte wilg vitsenboom: witseboom (Doenrade) de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] III-4-3
geld inzetten poulen (<fr.): poele (Doenrade, ... ) geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)] III-3-2
gele ganzebloem ganzebloem: WLD ganzenbloem (chrysanthum segetum)  ganzebloom (Doenrade, ... ) ganzenbloem [N 92 (1982)] III-4-3
gele lupine lupinen: ly`pinǝ (Doenrade) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5