e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Egchel

Overzicht

Gevonden: 570
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inkomsten inkomen: inkome (Egchel) inkomsten, de ontvangsten, het inkomen [inkomende, inbeur?] [N 21 (1963)] III-3-1
inkopen gaan doen op de markt markten: merten (Egchel) inkopen gaan doen op de markt [markten, merten?] [N 21 (1963)] III-3-1
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: insjlaon (Egchel) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
jacquetpak jacquet (<fr.): sjekèt (Egchel) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak bolero (<fr.): bollero (Egchel) vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jammer zonde: et is zund (Egchel) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jarretelle jarretelle (fr.): sjerretels (Egchel) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen jas: jas (Egchel), oud  jaos (Egchel) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak jasje: jeske (Egchel) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasscholk: jassjolk (Egchel) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3