e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Egchel

Overzicht

Gevonden: 570
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vruchtbare grond multere grond: møltǝrǝ groŋk (Egchel), teeltgrond: tēltgroŋk (Egchel), vruchtbare grond: vrøxbārǝ groŋk (Egchel) Grond van een dergelijke samenstelling dat de groei van de geteelde gewassen er gunstig door wordt be√Ønvloed en die gunstig reageert na bemesting. Goede grond die geschikt is voor de teelt. [N 27, 28; N 27, 29; N 27, 30] I-8
waaienx waaien: weije (Egchel) waaien [N 22 (1963)] III-4-4
wambuis wambuisje: waemeske (Egchel) wambuis, kort tot het middel reikend overkledingstuk [wammes, buis, buist, sent] [N 23 (1964)] III-1-3
wandluis wandluis: idiosyncr.  wankloes (Egchel) wandluis, weegluis, het platte bloedzuigende insect dat zich overdag schuilhoudt in naden en spleten van houten vloeren enz. [wanlöws, platte pose, bertelemees] [N 26 (1964)] III-4-2
want duimhaas: doemhasse (Egchel) wanten, met duim maar zonder vingers [N 23 (1964)] III-1-3
waterdichte laars waterstevel: watersjteevel (Egchel) laars, lange waterdichte ~ waarvan de schacht tot aan de lies reikt [watersjtievel, lieslaars] [N 24 (1964)] III-1-3
waterlossing waterlossing: waterlossing (Egchel) Greppel die men door een te ontginnen moeras graaft, om het water kwijt te raken. De opgaven bestrijken heel de provincies Limburg. [I, 61; N 27, 22] II-4
wbd: katten laten stikken: hae haet öm laote sjtikke mét ziene rómmel (Egchel) katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)] III-3-1
wbd: verkopen voor kwijt willen: ps. niet omgespeld!  vur det geljd wil ich ze kwīēt (Egchel) verlaten, Zegt men bij u: ik wil die geit voor zoveel geld wel ~ = voor die prijs wil ik ze wel verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
weefkamer spinkamer: spinkamer (Egchel) De kamer of het vertrek waarin geweven wordt en waar het spinnewiel of de weefstoel staat. Dat kan de keuken, de opkamer, de naaikamer of een kamer(tje) zijn. In dit lemma gaat het om een weefruimte in het huis. [N 39, 4; N 5A (I] II-7