e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een klein dakschild uilekot: ɛi̯lǝkut (Eigenbilzen) In het kleine dakschild (boven de korte gevel) van een schilddak treffen we vaak een gat (soms een luik) aan om de zolder te beluchten en te belichten. De benamingen zijn vaak, vanwege functionele overeenkomst, dezelfde als voor het venster onder een dakwelving (zie dat lemma, 4.2.13). [N 4A, 45a; N 4, 26c] I-6
gauwdief schelm: sjelm (Eigenbilzen) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] III-3-1
gazon pelouse (fr.): (nu)  ploes (Eigenbilzen) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] III-2-1
gebed gebed: gebéd (Eigenbilzen), Het meervoud (329b) bestaat niet.  gebèèd (Eigenbilzen), Opm.: Er bestaat geen meervoud (329b).  het gebèd (Eigenbilzen) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: de gebée (Eigenbilzen) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebedsweek bedeweek: bèèwèèk (Eigenbilzen), bééwék (Eigenbilzen) Een gebedsweek. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeier gelui: het geluj van de klokkke (Eigenbilzen) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] III-3-3
gebit gebit: gəbjet (Eigenbilzen) hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] III-1-1
geboortefeest babyborrel: baby borrel (Eigenbilzen), geboortefeest: gebwùrte fees (Eigenbilzen) het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)] [N 112 (2006)] III-3-2
geboorteomhulsel van een veulen net: net (Eigenbilzen) Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56] I-9