e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gilde club: club (Eigenbilzen) Een gilde. [ZND 35 (1941)] III-3-2
gispen, geselen klatsen: klatse (Eigenbilzen) Met een tak of zweep slaan (smikken, geselen, klatsen) [N 108 (2001)] III-1-2
glacé leren haas: lēͅrə hāsə (Eigenbilzen) handschoenen van glanzend leer, glacés [N 23 (1964)] III-1-3
glad, glijdend glad: glaod (Eigenbilzen, ... ) glad [ZND 01 (1922)], [ZND 24 (1937)] III-4-4
glas-in-loodraam loodvenster: loodvinster (Eigenbilzen) Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)] III-3-3
glasgordijn gordijn: gerdijn (Eigenbilzen) Dun gordijn van gaas of andere fijne stof, dat vlak voor het raam hangt (gordijn, glasgordijn, vitrage) [N 79 (1979)] III-2-1
glazenkast glazenkast: (glazen kas)  gloazekas (Eigenbilzen) Kast met opbouw, voor zilver- of glaswerk (buffet, zilverkast, glazenkast) [N 79 (1979)] III-2-1
glazig glazen: glaozə (Eigenbilzen) aardappel die hard en doorschijnen is (glazen patat) [ZND 35 (1941)] III-2-3
glazuur glazuur: glazoer (Eigenbilzen) Glazuur: de glinsterende laag waarmee de tanden bedekt zijn (glazuur, email, wit). [N 106 (2001)] III-1-1
glijbaan schrik: Ich zol dch ins n shrik pisse, vjèr zn nouwjoar.  shrik (Eigenbilzen), schroevelberg: /  shroevelbêrg (Eigenbilzen), sjroevelberg (Eigenbilzen), [ook in Munsterbilzen (Q 082), cf. ouders van Karolien Hendrickx]  shroevelbêrg (Eigenbilzen), schuifaf: sjijf oaf (Eigenbilzen), /  sjijf oaf (Eigenbilzen) / [SND (2006)] || Glijbaan. || het speeltuig (vooral in speeltuinen) waarbij men langs een gladde baan van een platform naar beneden kan glijden [glijbaan, borsie, ritsbaan, roetsjbaan] [N 112 (2006)] || schuifaf [SND (2006)] III-3-2