e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
introïtus introtus (<lat.): introïtus (Eigenbilzen) De intredezang, introïtus, door het koor gezongen. [N 96B (1989)] III-3-3
inzet bij het spel pot: pot (Eigenbilzen, ... ) het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik] [N 112 (2006)] || Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] III-3-2
iris oogappel: ewgappel (Eigenbilzen), èwgappel (Eigenbilzen) Iris: het gekleurde gedeelte van het oog waarin zich de pupil bevindt (iris, oogappel). [N 106 (2001)] III-1-1
italiaan italiaander: da⁄s nən italjèndər (Eigenbilzen) Dat is een Italiaan. [ZND 36 (1941)] III-3-1
jaarduif jaarduif: Nier heet n joardouf mèt zn a dove ingezatte, ze woor waol t joste treg.  joardouf (Eigenbilzen) Duif van een jaar oud. III-3-2
jaargetijde jaargetijde: joargetij (Eigenbilzen), jaarmis: joarmès (Eigenbilzen, ... ) Een mis op de verjaardag van iemands overlijden, jaardienst, jaargetijde, jaargedachtenis [jörgentij, joaërgedechnis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
jaarmarkt foor: foor (Eigenbilzen) de markt die elk jaar op een vaste tijd wordt gehouden [foor, jaarmarkt] [N 89 (1982)] III-3-1
jacquetjak jacquet (<fr.): djakeͅt (Eigenbilzen) jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)] III-1-3
jacquetpak jacquet (<fr.): djakeͅt (Eigenbilzen) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak kazavek: kašəvek (Eigenbilzen, ... ), kažəveͅk (Eigenbilzen) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3