20405 |
jeugd, jongelieden |
jongelui:
jonglei (Q086p Eigenbilzen)
|
jeugd, dat is goed voor de jeugd (de jonge lieden) [ZND 36 (1941)]
III-2-2
|
18050 |
jeuken |
jeukselen:
jèksele (Q086p Eigenbilzen)
|
jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24097 |
jezuïet |
jezuet:
jezwiet (Q086p Eigenbilzen),
ne juzewiet (Q086p Eigenbilzen)
|
Een Jezuiet [Jozefiet, Zjezwiet]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18086 |
jicht |
gicht:
gèch (Q086p Eigenbilzen)
|
Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21280 |
joelen |
tekeergaan:
te keer gwèn (Q086p Eigenbilzen)
|
zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22379 |
jojo |
jojo:
jojo (Q086p Eigenbilzen)
|
Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20196 |
jong (bijv.nw.) |
jong:
znd 1 a-m; znd 27, 46;
jong (Q086p Eigenbilzen),
jonk (Q086p Eigenbilzen)
|
jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)]
III-2-2
|
20310 |
jong (bn.) |
jong:
znd 1 a-m; znd 27, 46;
jong (Q086p Eigenbilzen),
jonk (Q086p Eigenbilzen)
|
jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
24338 |
jong van een dier |
bagge:
voor zwijnen
e bag (Q086p Eigenbilzen),
jong:
joŋ (Q086p Eigenbilzen),
wanneer het over "jingelen"gaat
jonk (Q086p Eigenbilzen),
kalf:
koe
e kowf (Q086p Eigenbilzen),
veulen:
paard
e vjeule (Q086p Eigenbilzen)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)]
I-11, III-4-2
|
34314 |
jong varken |
bag:
bax (Q086p Eigenbilzen),
baggen (mv.):
bage (Q086p Eigenbilzen),
bagje:
bɛkskǝ (Q086p Eigenbilzen)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|