e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenpijpen regenbroek: rēͅŋərbruk (Eigenbilzen) regenbroek die uit twee delen bestaat [piepe, reegenpiepe] [N 23 (1964)] III-1-3
reiken naar reiken naar: rèèke noa iets (Eigenbilzen) reiken, met de handen naar iets reiken [iest beraome] [N 10 (1961)] III-1-2
reis reis: reis (Eigenbilzen) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reiskoffer valies (<fr.): valies (Eigenbilzen) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] III-3-1
reizen op reis gaan: op reis guèn (Eigenbilzen) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rek schap: [òò = de \"ou\"van het engelse \"(you) ought\  sjòòp (Eigenbilzen) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
rekenen cijferen: cijferen (Eigenbilzen) rekenen [ZND 41 (1943)] III-3-1
rekruut schacht: schacht (Eigenbilzen) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1
relikwie relikwien: de relekwieën (Eigenbilzen), relekwieën (Eigenbilzen, ... ) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
relikwiekastje schrijn: het shreen (Eigenbilzen) Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)] III-3-3