22704 |
bikkelen |
bikkelen:
/
bikkele (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
bikkelen (Q086p Eigenbilzen),
In zès keer hao zei al hr bikkelkes konne vange.
bikkele (Q086p Eigenbilzen)
|
/ [SND (2006)] || Met schapenkootjes spelen, bikkelen.
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen)
|
bil (niet de dij, maar het achterdeel) [N 10b (1961)] || Een bil (bats, bil) [N 106 (2001)]
III-1-1
|
21878 |
billijk |
redelijk:
rèdelijk (Q086p Eigenbilzen)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33348 |
binnendeur tussen stal en schuur |
schuurdeur:
[schuur]dę̄r (Q086p Eigenbilzen),
širdē̜ ̞r (Q086p Eigenbilzen)
|
De binnendeur tussen de stal en de schuur als die aan elkaar grenzen. De benamingen geven soms aan in welk deel van stal of schuur deze deur zich bevindt. Door deze deur wordt wel voer van de schuur naar de stal gebracht; ook kan men via deze deur binnenshuis tot in de schuur komen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haakjes geplaatste woorddelen de lemmata "stal" (2.1.2) en "schuur" (3.1.1). [N 5A, 41c]
I-6
|
18652 |
binnenshuismutsje voor bejaarde mannen |
potsje:
poͅtskə (Q086p Eigenbilzen)
|
mutsje met opstaande wand en platte bovenkant, binnenshuis gedragen door bejaarde mannen {afb} [bonnegrekske, kalotje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
benneste bote (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen),
benneste boten (Q086p Eigenbilzen)
|
Binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws, (van) links] [N 114 (2002)] || binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnenmaal:
benəmōͅl (Q086p Eigenbilzen)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
30988 |
binnenzool |
binnenzool:
bęnǝzǭl (Q086p Eigenbilzen)
|
Het stuk leer ter lengte van de hele voet en in de vorm daarvan, waaroverheen het overleer wordt omgeslagen bij het overhalen en waaronder de tussenzool, de loopzool en hak bevestigd worden. [N 60, 77; N 60, 233f; N 60, 233a]
II-10
|
18448 |
binnenzool [wld ii.10, p. 38] |
binnenzool:
bennezoal (Q086p Eigenbilzen)
|
Een binnenzool? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
cinema (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen)
|
het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema] [N 112 (2006)] || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|