e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stemmen stemmen: stemmen (Eigenbilzen) zijn stem uitbrengen bij verkiezingen [stemmen, doppen] [N 90 (1982)] III-3-1
stempelen doppen: doppe (Eigenbilzen), doppen (Eigenbilzen) het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)] || stempelen III-3-1
stemvork stemvork: stemvork (Eigenbilzen), stemvèrk (Eigenbilzen) het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork] [N 112 (2006)] III-3-2
stenen pot, keulse pot pot: pot (Eigenbilzen) een stenen pot (hard gebakken, blauwgrijs) [ZND 32 (1939)] III-2-1
sterven hemelen: Minder ernstig  hiemele (Eigenbilzen), hemelen gaan: er es hiemele gegange  hiemele gwén (Eigenbilzen), kapotgaan: kepot gwèn (Eigenbilzen), kǝpǫt˲guǝn (Eigenbilzen), sterven: stèèrve (Eigenbilzen), ps. niet omgespeld! (geen spellingssysteem aangegeven).  stɛ:rvə (Eigenbilzen) Doodgaan, gezegd van een dier. [N 38, 17b] || Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven van een mens [N 38 (1971)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)] I-11, III-2-2, III-4-2
sterven van een plant kapot gaan: ps. niet omgespeld! (geen spellingssysteem aangegeven).  kəpòt gwən (Eigenbilzen) sterven van een plant [N 38 (1971)] III-4-3
stervensgebed stervensgebed: het stervesgebed (Eigenbilzen) Een gebed voor een stervende, "stervensgebed"[sjtervejebed]. [N 96D (1989)] III-3-3
stevig, gezegd van voedsel straf: straf (Eigenbilzen) stevig, gezegd van voedsel (straf) [N 91 (1982)] III-2-3
stiefdochter stiefdochter: stiefdochter (Eigenbilzen, ... ) De dochter van een tweede man of vrouw (stiefdochter) [N 115 (2003)] III-2-2
stiefouders stiefouders: stiefaas (Eigenbilzen), beide aaers = ouders  stiefaaers (Eigenbilzen) De tweede man of vrouw van je moeder of vader (stiefouders) [N 115 (2003)] III-2-2