e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 2

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
doppen al dansend draaien:   doppe (Blerick, ... ), doppen (Born, ... ), doͅpə (Stein), 1900  dobbe (Jeuk), touw om kegel en met de hand werpen  dobbe (Herten (bij Roermond)), asarm:   dopǝn (Susteren), beschuitdoppen:   doppen (Nuth), dopǝ (Meijel), dø̜b (Gronsveld, ... ), betten van een wonde:   dòpə (Loksbergen), boekweitdoppen:   dø̜p (Helden), dompelen:   deupe (Schaesberg), deupen (Schinveld), dij.əpə (Aalst-bij-St.-Truiden), doppe (Reuver), doppen (Zonhoven), duipe (Beek, ... ), duppu (Brunssum), dèupen (Elen), en t woͅitər dūpə (Sint-Truiden), in t woater doppen (Linkhout), in ət wātər doejpə (Rekem), èn t woater doppa (Koninksem), doppen:   dopǝ (Meijel), dø̜pǝ (Schinnen), dǫpǝ (Heel, ... ), draaiers:   døp (Einighausen), dø̄p (Eisden), (enk)  dǫp (Maaseik, ... ), een priktol bovenhands uitwerpen -> met een priktol spelen:   dobbe (As), doppe (Oirsbeek), doppe met de smik (Venlo), doppen (Eigenbilzen, ... ), doͅpə (Stein), een stijl aanpunten:   dø̜pǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Maurits]  [Domaniale] [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), een tol op de hand laten draaien:   dobbe (Jeuk, ... ), doppe (Ell), doppen (Lauw, ... ), doͅpə (Stein), geslachtsgemeenschap hebben:   doppe (Venlo), gort:   doppe (Meijel), graanafval:   døpǝ (Noorbeek, ... ), dø̄p (Maasmechelen), dø̜p (America, ... ), dǫpǝ (Grathem, ... ), dǫpʔn (Kwaadmechelen), lege maiskolf:   dø̜p (Hout-Blerick), met een drijftol spelen:   do.pə (Gutshoven), dobbe (Amstenrade, ... ), dobben (Baarlo, ... ), dobbə (Putbroek), doppe (Blerick, ... ), doppen (Blerick, ... ), doppə (Hout-Blerick, ... ), dopə (Sint-Truiden), doͅbə (Dorne, ... ), doͅpə (Borgloon, ... ), doͅpən (Overpelt), dupə (Diepenbeek, ... ), /  dobbe (Tegelen), doppe (Elsloo), Doppe (WW) (Montfort), doppen (Eksel), Jongensspel.  dobbe (Baarlo), met de dop spelen  doppen (Bocholt), Sub Simpelvelds knole.  doppe (Bocholtz), met een priktol spelen:   (doppe) (Bilzen), do.pə (Gutshoven), dobbe (Amby, ... ), dobben (Baarlo, ... ), doppe (Gotem, ... ), doppen (Berlingen, ... ), doppë (Hoeselt), doppə (Hout-Blerick, ... ), doppən (Vucht), doͅbə (Opglabbeek, ... ), doͅppə (Bilzen), doͅpə (Borgloon, ... ), doͅpən (Diepenbeek), dòbbĕ (Roermond), dóppe (Zolder), jongens: doppen (Eksel), [sic]  doppen (Stokrooie), Afl. sub **dop1.  dóbbe (Zonhoven), Afl. sub dop.  doppen (Niel-bij-St.-Truiden), De koùjounge zèn obbe speelplak aon t doppe: De kwajongens spelen met de dop op het speelplein.  doppe (Kortessem), De tol wordt met het touw draaiend in één cirkel geworpen (cirkel van 0,5 m doormeter) De tol moet draaien in dezen cirkel, draait hij dan moet hij vanzelf eruit loopen al draaiend of eruit rollen terwijl hij ophoudt (dit laatste noemt nen reizen) Draait de tol niet dan moet hij in t midden van den cirkel gelegd, als straf. De andere medespelers mogen hem net hun tol die gewoon wordt opgedraaid en geworpen eruit werpen tot buiten de omtreklijn. n speler die n bestraften tol met zijn regelmatig geworpen tol raakt en wiens tol ook niet zou draaien hoeft niet in te leggen en wordt niet bestraft.  ’t perk doppen (Stokkem), Den dop loeg klievesdepiel: De tol lag met de pin omhoog, om de tol van de gooier te splijten.  doppe (Diepenbeek), Een van de meest geliefkoosde kinderspelen was wel het dobbe (met de tol spelen), wat niet alleen door de jongens, maar ook door vele meisjes met graagte werd beoefend. De dob (tol) had twee varianten: de moets en de roetefletser, (zie de afbeeldingen bij deze trefwoorden in de woordenlijst [resp. pag. 103 en 111]). Aan de roetefletser kende men de eigenschap toe, dat men er ruiten mee kon stukgooien, wat inderdaad wel vaker gebeurde.  dobbe (Tegelen), Het kwotje im den dop doen dat ès de kins, en dan m vurtwêrpe.  doppe (Eigenbilzen), hier ruim een uur vandaan  dobbən (Leuken), Ook dobslaon of dobgwaoje; den dob obdrejje; den dob stinktj zich oet (bij t tolspel) uittelrijm: öpke, döbke, reubesöpke, öpke, döbke, dao.  dobbe (Echt/Gebroek), Op de verharde grond wordt een cirkel getrokken van ongeveer 3 meter doormeter. Speler A smijt zijn dop, die met een koord van 1 meter lang wordt aangetrokken, met een stevige worp in de cirkel. Dan is het de beurt aan speler B die moet trachten met zijn scherpgeslepen dop de andere te raken en uit te schakelen of doormidden te klieven. Als bescherming verstevigt men de dop met duimspijkers. De dop die het langst draait is de winnaar.  doppë (Hoeselt), Sub doppe: Het kwotje im den dop doen dat ès de kins, en dan m vurtwêrpe.  doppe (Eigenbilzen), Sub keingerspeile.  doppe (Sint-Truiden), tegenwoordig niet meer bekend, woord gebruikt zon 40 jaar geleden  doppen (Nieuwstadt), met een zelfgemaakte tol spelen:   dobbe (Mechelen-Bovelingen), dobben (Engelmanshoven), doppe (Gotem, ... ), doppen (Bocholt, ... ), doͅpə (Borgloon, ... ), peul:   döp (Montfort), peulen, doppen (ww.):   doppe (Gennep, ... ), duppen (Leunen), döppe (Blerick, ... ), döppen (Ottersum), peulvruchten doppen:   doppe (Gennep, ... ), döppe (Blerick, ... ), döppen (Milsbeek, ... ), døͅpə (Blitterswijck, ... ), As de erte gón doppe wert t tied um te döppe  döppe (Castenray, ... ), pinnen:   dø̜p (Hoeselt), stempelen:   doppe (Bocholt, ... ), doppen (Bree, ... ), doppë (Hoeselt), doppən (Diepenbeek), dòppe (As), dòppë (Tongeren), dòpə (Loksbergen), dóppe (Zolder), [mondelinge informatie RK]  doppə (Riemst, ... ), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller noteert bij spellingssysteem: WBD-WLD, behalve je = dj.  dóppə (Opglabbeek), Karte 422.  doppen (Eisden, ... ), Mondelinge informatie Ronny Keulen.  doppe (Grote-Spouwen, ... ), ps. omgespeld volgens Frings!  doͅpə (Houthalen), ps. omgespeld volgens RND!  doͅpə (Meeuwen), Slechts twee keer is een tegenstelling ontstaan tussen Nederlands-Limburg en de Voerstreek enerzijds, en Oud-Belgisch-Limburg anderzijds:  doppen (Boorsem, ... ), sub dop2, werklozensteun.  dóppe (Zonhoven), sub dop3, werklozensteun.  doppe (Hasselt), tollen:   doppe ? (Hasselt), doppen (Lauw), Volgens de infomant met een tol.  doppe (Venlo), werveluitsteeksels losmaken:   dopǝ (Heythuysen) I-11, I-13, I-4, I-7, II-1, II-3, II-5, II-9, III-1-2, III-2-2, III-2-3, III-3-1, III-3-2, III-4-4