e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tomaat tomaat: tomat (Eigenbilzen) [ZND 34 (1940)] I-7
toneelspel komedie: comede (Eigenbilzen), commjède (Eigenbilzen), kemjèdde (Eigenbilzen), Dit joar woor de kmjèdde van rommedom wier fêrm goed.  k`mjèdde (Eigenbilzen), spel: sjpul (Eigenbilzen) een voorstelling door een toneelgroep [spel] [N 112 (2006)] || Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] || Toneel. III-3-2
tonen laten zien: loate zien (Eigenbilzen, ... ) Tonen, laten zien (laten zien, tonen, togen) [N 108 (2001)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1
tong tong: tong (Eigenbilzen), z`n tong is aongəlôjən (Eigenbilzen) tong [N 10b (1961)] || Zijn tong is aangeladen [ZND 32 (1939)] III-1-1
tong van een schoen tong: tong (Eigenbilzen, ... ) een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] || Tong van de schoen. Een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 114 (2002)] III-1-3
toonbank winkelbank: winkelbank (Eigenbilzen) de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1
torenhaan t hantje van dn taore?].: de wèèr haon (Eigenbilzen), den hoan (Eigenbilzen), windhoan (Eigenbilzen) De haanvormige windwijzer boven op de torenspits [weerhaan, windhaan [N 96A (1989)] III-3-3
torenspits spits: spits van den twon (Eigenbilzen, ... ), torenspits: den taonspits (Eigenbilzen) De spits van de kerktoren; deze is meestal met leien bedekt. [N 96A (1989)] III-3-3
torenuurwerk kerkklok: de kèrkklok (Eigenbilzen), kèrkklok (Eigenbilzen, ... ) Het uurwerk in de kerktoren, de torenklok [kerkklok, kerkuur?]. [N 96A (1989)] III-3-3
torenvalk torenvalk: twonvalk (Eigenbilzen) valk: torenvalk (34 bekende vogel met spitse vleugels; vliegt vrij langzaam; hangt vaak stil in de lucht en laat zich dan vallen om een muis o.i.d. te vangen; broedt in boomnest of in torens [N 09 (1961)] III-4-1