e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vaandeldrager vlaggendrager: vlaggendroager (Eigenbilzen) Degene die het vaandel draagt in een schutterij, gilde [vaandrig, venderik, afferis, vendelzwaaier]. [N 88 (1982)] III-3-2
vademen in de naald(e) steken: en dǝ nølšǝ stɛ̄kǝ (Eigenbilzen) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader vader: vader (Eigenbilzen) vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vagebond rondloper: rondlèper (Eigenbilzen) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vagevuur vagevuur: voagevier (Eigenbilzen), vògevier (Eigenbilzen) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lē.f (Eigenbilzen) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vals spel gefoetel: gefoetel (Eigenbilzen), vals spel: vals spjùl (Eigenbilzen) oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij] [N 112 (2006)] III-3-2
vals spelen foetelen: foetele (Eigenbilzen, ... ), foetelen (Eigenbilzen) Bedriegen, vals spelen. || vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken] [N 112 (2006)] || Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
valse plooi frons: frons (Eigenbilzen) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
valsspeler foetelaar: foeteleer (Eigenbilzen), haarzak: haarzak (Eigenbilzen), valsspeler: vals spjùller (Eigenbilzen) iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak] [N 112 (2006)] || Iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak]. [N 88 (1982)] III-3-2