e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorhoofd voorkop: de ojers van zənə vjérkop (Eigenbilzen) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] III-1-1
voorhuid eikelvel: eekelvel (Eigenbilzen) voorhuid van de penis [N 10c (1995)] III-1-1
voorknie knieschijf: knieschijf (Eigenbilzen) Knie van een voorbeen. Zie afbeelding 2.22. [JG 1a, 1b; N 8, 32.5, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9
voornemen plan: plan (Eigenbilzen) wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)] III-1-4
voornemen om niet meer te zondigen voornemen: vjèrnjème maoke (Eigenbilzen), voornemen voor niet meer te zondigen: het vjérnjéme vér nimee te zondige (Eigenbilzen) Het voornemen om niet meer te zondigen [de vuërzats]. [N 96D (1989)] III-3-3
voornemens zijn van plan zijn: van plan zien (Eigenbilzen) van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
voorraad reserve (<fr.): reserve (Eigenbilzen), voorraad: vjerroad (Eigenbilzen) de hoeveelheid goederen die in een winkel aanwezig is om te verkopen [voorraad, reserve, mörske] [N 89 (1982)] III-3-1
voorschoot schootvel: šǫtǝl (Eigenbilzen) De doorgaans van leer vervaardigde voorschoot van de smid en loodgieter. [N 33, 4; N 64, 163a; L B1, 65c; monogr.] II-11
voorschoot, schort (alg.) schortel: sjottel (Eigenbilzen), sjottəl (Eigenbilzen), Uitspr. sjottel. Geh. Eygenbilsen en omstreken (V, 25).  schortel (Eigenbilzen) schort || voorschoot (door vrouwen gedragen) [ZND 17 (1935)] III-1-3
voorstal, voedergang voorgang: vi̯ęrgaŋk (Eigenbilzen), voorstal: vi̯ęr[stal] (Eigenbilzen) Het voorste gedeelte van de stal, gelegen tussen de (brand)muur van het woongedeelte en de voedergoot van de koeien. In een enkele dwarsstal, waarin de koeien met de kop naar het woongedeelte gekeerd staan, is het tevens de voedergang. In een dubbele dwarsstal, waarin de koeien met de staart naar elkaar toe staan, is de voorstal meestal de wat bredere voedergang langs de voorste rij koeien. In een dubbele dwarsstal, waarin de koeien met de kop naar elkaar toe staan, bevindt de voorstal zich opzij van de dubbele koeienstand. In een dubbele langsstal, waarin twee rijen koeien in de lengterichting van de stal staan, is het de vrije ruimte tussen het woonhuis en de dubbele koeienstandplaats. In de voorstal wordt het voer klaar gemaakt, wordt voer voor direct gebruik bewaard en bevinden zich toestellen en machines, zoals bietensnijmachine en veevoederkookketel. De voorstal is soms een tussen stal en keuken gelegen, apart vertrek geworden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie afbeelding 8. [N 5A, 34a, 40a, 46a en 48a; N 4, 72 en 77; S 50; monogr.] I-6