e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dal, vallei dal: del (Eigenbilzen), laagte: leegtə (Eigenbilzen), zonk: zonk (Eigenbilzen) dal, vallei, stuk land dat gelegen is tussen meerdere heuvels of bergen [del] [N 81 (1980)] || laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)] || laagte, slenk, stuk land dat gelegen is tussen twee heuvels [diepte, zonk, zink, put, kwacht, zomp, zak, slaai] [N 81 (1980)] III-4-4
dam dam: dam (Eigenbilzen) de in en dwars over een water opgeworpen wal die dient om het water te keren, de stroom te leiden of te verdelen (dam, menuët) [N 90 (1982)] III-3-1
damesblouse bloes: blus (Eigenbilzen) damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)] III-1-3
damesfiets vrouwenfiets: vrewwefits (Eigenbilzen, ... ), wijverfiets: Note: zie ook opmerkingen van de invuller op bladzijde 1 en 6!  wever fits (Eigenbilzen), wijvervelo: Note: zie ook opmerkingen van de invuller op bladzijde 1 en 6!  wever vulo (Eigenbilzen) Hoe noemt u in uw dialect: een rijwiel waar vrouwen op rijden [N 99 (1991)] III-3-1
dameshoed? hoed: hut (Eigenbilzen) dameshoed [N 25 (1964)] III-1-3
dameskous? hoos: wûze (Eigenbilzen), vrouwluihoos: vraeliewûze (Eigenbilzen), wijverhoos: weverwuzze (Eigenbilzen) Vrouwenkousen [kousen, hosen] [N 114 (2002)] III-1-3
damesmantel jas: jas (Eigenbilzen), mantel: mantəl (Eigenbilzen) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
damesonderbroek onderbroek: onderbruk (Eigenbilzen), slipje: slipje (Eigenbilzen), slipke (Eigenbilzen), vrouwenonderbroek: vraeweonnerbruk (Eigenbilzen), vrewwe-onnerbruk (Eigenbilzen) Onderbroek voor vrouwen. [DC 62 (1987)] || Vrouwenonderbroek [ook: slipje?] [N 114 (2002)] III-1-3
dampen dampen: dampə (Eigenbilzen) dampen, wasemen [ZND 33 (1940)] III-2-1
darm darm: dèrm (Eigenbilzen) darm, darmen [N 10b (1961)] III-1-1