e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eigenbilzen

Overzicht

Gevonden: 4312
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eigendom eigendom: menen ègendom (Eigenbilzen), èègendom (Eigenbilzen) de omstandigheid dat een zaak iemand toebehoort; het recht iets zijn eigen te noemen [eigendom, maagschap] [N 89 (1982)] || Noem het (dialect)woord voor: datgene wat je bezit, wat van u is? [eigendom] [N 102 (1998)] III-3-1
eigenwijs koppig: koppig (Eigenbilzen) eigenwijs; .... jullie maar niet zo eigenwijs geweest! [DC 45 (1970)] III-1-4
eik eik: e:k (Eigenbilzen), fr. moi klank doch lang  aik (Eigenbilzen), eikenboom: ēkəbâom (Eigenbilzen) eik [RND], [ZND 20 (1936)] || eikenboom [ZND 34 (1940)] III-4-3
eikel eikel: e:kələ (Eigenbilzen), èkəl (Eigenbilzen), -  aikels (Eigenbilzen) eikel [ZND 34 (1940)] || eikels [RND] || eikels zoeken [ZND 20 (1936)] III-4-3
ekster ekster: ekster (Eigenbilzen, ... ) ekster || ekster (46 overal bekende zwart-witte vogel met lange flodderstaart; broedt in grote stevige takkennesten hoog in hoge bomen (populieren vaak tam gemaakt [N 09 (1961)] III-4-1
eksteroog eksteroog: ekstereug (Eigenbilzen), eksterewg (Eigenbilzen) eksteroog (op de tenen, fr. cor) [ZND 19 (1936)] || Likdoorn: pijnlijke hoornachtige verharding van de opperhuid met een naar binnengekeerde punt, meestal aan de tenen (eksterenoog, weer, weeroog, likdoorn). [N 84 (1981)] III-1-2
elektriciteit elektriek: élentriek (Eigenbilzen) electriciteit [ZND 34 (1940)] III-2-1
elektrische tram elektrieken tram: elentrieken tram (Eigenbilzen) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) ellende: Hè zit in də ellende (Eigenbilzen), Ich bin zik van ellende (Eigenbilzen), misere: Hè zit in də misiërə (Eigenbilzen), misre: mesére (Eigenbilzen) een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] || Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
ellendig ellendig: ellendig (Eigenbilzen) ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)] III-1-4