20310 |
jong (bn.) |
jong:
⁄t keend is nog jonk (Q198p Eijsden)
|
jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)]
III-2-2
|
24175 |
jong en kaal vogeltje |
vogeltje:
mv.
vuuëgelkes (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
vogeltje
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
joŋt (Q198p Eijsden),
jòng (Q198p Eijsden),
jongt:
jongt (Q198p Eijsden)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)]
I-11, III-4-2
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (Q198p Eijsden),
butje:
bøtjǝ (Q198p Eijsden)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gansje:
gē̜nskǝ (Q198p Eijsden)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
19649 |
jonge kat |
jong katsje:
jong ketsje (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u een jong katje? (jongske, katje) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
20159 |
jongen |
jong:
jong (Q198p Eijsden, ...
Q198p Eijsden)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
liefste:
lieste (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
verloofde:
verloofde (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bloes (Q198p Eijsden)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|