21140 |
koets (alg.) |
koets:
koetsch (Q198p Eijsden)
|
koets [SGV (1914)]
III-3-1
|
33340 |
koewachter, veeknecht |
koejong:
kojǫŋ (Q198p Eijsden),
meier:
mɛi̯ǝr (Q198p Eijsden)
|
De zweitser is de boerenknecht die, vooral op grote boerderijen met minstens 10 koeien (L 246), speciaal belast is met het melken en de verzorging van het rundvee. Wanneer het bedrijf voor zo''n speciale knecht te klein is wordt de zorg voor de koeien toevertrouwd aan een koewachter (koeherd, koejong; in het zuiden koeter, vatsji), meestal een aankomende knecht, pas van school, die de beesten meeneemt naar de wegbermen om ze daar te laten grazen. Van een koeter en vatsji in West-Haspengouw wordt ook gezegd dat hij (of zij) ook karweitjes in huis verricht, bijvoorbeeld in de keuken; vergelijk Kruijsen (1990) en het lemma "(hard) werken op de boerderij" (1.3.10). Bij koeherd in Q 6 wordt aangetekend: "hij kreeg alleen de kost en de klompen als loon". Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht algemeen" (1.3.12). [N M, 1b; JG 1b, 2c; A 48, 18b; L 26, 32b; monogr.]
I-6
|
20864 |
koffie |
koffie:
koffie (Q198p Eijsden)
|
koffie [SGV (1914)]
III-2-3
|
20588 |
koffiedik |
koffiedras:
koffie dras (Q198p Eijsden)
|
koffiedik [SGV (1914)]
III-2-3
|
19515 |
koffiepot |
koffiepot:
koffiepot (Q198p Eijsden)
|
pot waarin koffie wordt gezet [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19592 |
koffiezeef, koffiefilter |
koffiezeefje:
koffiezaefke (Q198p Eijsden)
|
zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20787 |
koken (intr.) |
koken:
kôêkə (Q198p Eijsden)
|
koken [RND]
III-2-3
|
19636 |
kolengruis |
kolengruis:
koele gruis (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u het gruis van kolen? [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19634 |
kolenschop |
kolenschup:
koëleschjup (Q198p Eijsden),
troffel:
tröffel (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u het werktuig om kolen enz. langs het keldergat in te doen (breed en aan een zijde afgerond)? (schop, troefel, kolenschup) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
19467 |
kolenslik |
schlamm (d.):
sjlam (Q198p Eijsden)
|
Hoe noemt u de vette kolen? [N 104 (2000)]
III-2-1
|