e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kous met knoopjes slobhoos: sjloephoeëze (Eijsden) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen hoos: haos (Eijsden), kous: kous (Eijsden), n kousen]: haos (Eijsden) kous [SGV (1914)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] III-1-3
kousenband hoosbindel: haosbingdel (Eijsden), haozbingdel (Eijsden) kousenband [N 07 (1961)] || kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)] III-1-3
kousenmand sokkenkorfje: sokkekörfke (Eijsden) korf; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-1-3
kouter kouter: kǫu̯tǝr (Eijsden) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pellerien (Eijsden) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
kraagmantel pelerine (<fr.): pellerien (Eijsden) een ouderwetse kraagmantel (pellerine?) [N 59 (1973)] III-1-3
kraagpunt haak: hǭk (Eijsden) Het spits toelopende uiterste deel van de legger van de kraag aan de schouderzijden, haaks op de revers. [N 59, 122b] II-7
kraakbeen knoers/knors: knōesch (Eijsden) kraakbeen [SGV (1914)] III-1-1
kraaltjes kraaltjes: krɛlkəs (Eijsden) kraaltjes [RND] III-3-2