33447 |
niet gehalveerde poortvleugel |
slag:
šlǭǝx (Q198p Eijsden)
|
Een scharnierende poort bestaat meestal uit twee vertikaal verdeelde planken helften of vleugels. Bedoeld wordt een poortvleugel die niet zelf nog eens gehalveerd is. Zie voor dit laatste het lemma "gehalveerde poortvleugel" (4.1.7). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 18.c bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42a; monogr.]
I-6
|
29102 |
niet gladzittende zak |
gefrunste tes:
gǝfruŋstǝ tęs (Q198p Eijsden)
|
Zak die door verschillende oorzaken niet glad zit. [N 59, 104]
II-7
|
25391 |
niet goed gebroeid |
verbrand:
vǝrbrānt (Q198p Eijsden)
|
Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.]
II-1
|
21654 |
niet gunnen |
inhouden:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
is iengehaawe (Q198p Eijsden)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nouws (Q198p Eijsden)
|
nieuws [SGV (1914)]
III-3-1
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nouwschierig (Q198p Eijsden)
|
nieuwsgierig [SGV (1914)]
III-1-4
|
18020 |
niezen |
niesten:
neeschte (Q198p Eijsden)
|
niezen, proesten [SGV (1914)]
III-1-2
|
21643 |
nikkelgeld |
wit geld:
Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!
wiet geld (Q198p Eijsden)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21401 |
niks waard |
niks waard:
wēērd (Q198p Eijsden)
|
waard (dat is niets ~) [SGV (1914)]
III-3-1
|
25560 |
nog niet uitgerezen deeg |
nog niet genoeg gegangen:
nox nēt gǝnox gǝgāŋǝ (Q198p Eijsden)
|
[N 29, 26a; monogr.]
II-1
|