28791 |
popeline |
popeline:
popeline (Q198p Eijsden)
|
Licht weefsel waarvan de ketting uit zijde en de inslag uit floretzijde of katoen bestaat (Van Dale, pag. 2223). [N 62, 98; N 59, 201]
II-7
|
22660 |
poppenspel |
poppenkast:
Karte 353.
poppenkast (Q198p Eijsden)
|
Puppentheater.
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
canadas:
-
canadas (Q198p Eijsden),
ideosyncr.
canadas (Q198p Eijsden),
witboom:
witboum (Q198p Eijsden)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier [SGV (1914)] || populier (Populus) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
19849 |
porselein |
porselein:
pasǝlęjn (Q198p Eijsden)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
Karte 74.
porte(-)feuille (Q198p Eijsden)
|
Brieftasche
III-3-1
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
facteur (Q198p Eijsden),
faktø͂ͅr (Q198p Eijsden)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
33573 |
postelein |
postelein:
postelein (Q198p Eijsden)
|
[DC 69 (1994)]
I-7
|
33171 |
poten |
planten:
plāntǝ (Q198p Eijsden)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|
25413 |
poten verwijderen |
afsnijden:
ǭfšni-jǝ (Q198p Eijsden)
|
Als de poten zijn afgehuid, verwijdert men ze in het eerste gewricht (gerekend vanaf de hoef). De poten worden van het lijf gesneden, gekapt of gezaagd. [N 28, 48; monogr.]
II-1
|
27074 |
praam |
praam:
prǭm (Q198p Eijsden)
|
Neusknijper om het paard in bedwang te houden. Een praam bestaat uit een houtje met een lus eraan, die rond de bovenlip van het paard wordt gelegd en met het houtje wordt aangedraaid. Er bestaan ook metalen neusknijpers met deze functie (zie o.a. de termen muilijzer, tandijzer en gebitijzer). [JG 1b, 1c, 2c; N 13, 85; N 33, 377 en 380; S 28; monogr.]
I-10
|