e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spotten voor de gek houden: voor de gek hauwe (Eijsden) spotten [SGV (1914)] III-1-4
spreeuw spreeuw: schprieuw (Eijsden), schprīēuw (Eijsden) Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw [SGV (1914)] III-4-1
spreken, praten praten: proate (Eijsden), spreken: schprēke (Eijsden) praten [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] III-3-1
sprinkhaan sprinkhaan: sjhprīnkhoan (Eijsden), sjprinkhaan (Eijsden) sprinkhaan [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] III-4-2
sproeten sproetelen: schprōitele (Eijsden) sproet(en) [SGV (1914)] III-1-1
sprokkelen (hout) rapen: roipe (Eijsden) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
sprong beweging: bǝwē̜geŋ (Eijsden) Extra ruimte in het bijzonder bij de schouderbeenderen en de armkogel, ingebracht door bijv. een plooitje af te rijgen, de binnenvulling op een bepaalde wijze te snijden en inknippingen te maken. Men voorkomt hierdoor dat het kledingstuk gaat trekken. [N 59, 100b] II-7
spruiten spruitjes: sjpruutsjes (Eijsden) spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)] III-2-3
spruiten, uitbotten uitlopen: ideosyncr.  oet-laopen (Eijsden), uitspruiten: ideosyncr.  oet-schproeten (Eijsden), oetsjproete (Eijsden) Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruitkool, spruitje spruiten: schproete (Eijsden), spruitje: sjpruutsjes (Eijsden) [N Q (1966)]spruiten [SGV (1914)] I-7