e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitzetplanken bouwplanken: bǫwplāŋkǝ (Eijsden) De planken die men gebruikt bij het uitzetten van een te bouwen huis. De uitzetplanken worden horizontaal tegen de piketten gespijkerd. In Q 111 werkte men bij het uitzetten niet met planken, maar met een koord. [N 30, 24c] II-9
uitzeven van de zemelen zeven: zē̜vǝ (Eijsden) Het verwijderen van de fijngemaakte hulzen uit het meel. Een eventueel object "meel" is niet gedocumenteerd [N 29, 13b; monogr.; N 29, 15c add.] II-1
unster pondel: met ⁄ne pungel woage (Eijsden), pungel (Eijsden) unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)] III-3-1
urine pis: pes (Eijsden), pies (Eijsden, ... ), water: wòòter (Eijsden), zeik: zeik (Eijsden), zēk (Eijsden), zęi̯k (Eijsden) urine [N 10c (1961)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
urineren pissen: pesǝ (Eijsden), piesen (Eijsden), piesse (Eijsden, ... ), wateren: wòòtere (Eijsden), zeiken: zeiken (Eijsden), zēkǝ (Eijsden), zęi̯kǝ (Eijsden) urineren [N 10c (1961)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
vaars vaars: vi̯ēs (Eijsden) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek schotelsplag: šotəlsplak (Eijsden) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vademen door de naald halen: dur dǝ nǭlt hūlǝ (Eijsden), vamen: vɛ̄mǝ (Eijsden) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vader pa: paa (Eijsden, ... ), vader: vader (Eijsden, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader [SGV (1914)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vagevuur (Eijsden) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3