24307 |
brommen, zoemen van een insect |
brommen:
bromme (Q198p Eijsden)
|
brommen [SGV (1914)]
III-4-2
|
24948 |
bron |
bron:
bron (Q198p Eijsden)
|
Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8
|
20769 |
brood |
brood:
brōēt (Q198p Eijsden)
|
brood [RND]
III-2-3
|
25593 |
brood netten |
netten:
netǝ (Q198p Eijsden)
|
Het bevochtigen van de bovenzijde van deegbrood. De bedoeling van deze bewerking is om bij het bakken een mooie bruine korst te krijgen. [N 29, 40a; N 29, 30b; N 29, 39b; N 29, 40d; monogr.]
II-1
|
25613 |
brood uit de oven halen |
uittrekken:
ūttrekǝ (Q198p Eijsden)
|
Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.]
II-1
|
25655 |
broodkar |
broodkar:
brutkar (Q198p Eijsden)
|
Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.]
II-1
|
19531 |
broodmes |
broodmes:
broedmets (Q198p Eijsden)
|
mes waarmee brood wordt gesneden [N 20 (zj)]
III-2-1
|
25500 |
broodoven |
oven:
hōvǝn (Q198p Eijsden),
uǝvǝ (Q198p Eijsden),
ūvǝ (Q198p Eijsden),
ūǝvǝ (Q198p Eijsden)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
25617 |
broodrek |
broodrek:
brutrekǝ (Q198p Eijsden)
|
De houten stellage waarop het brood wordt weggezet. De woordtypen "broodkar", "broodwagen", "moeldedek", wijzen op het gebruik van iets anders dan een houten stellage of plank om het brood op neer te leggen. [N 29, 53]
II-1
|
24983 |
bros, breekbaar |
sprok:
schprok (Q198p Eijsden)
|
bros [SGV (1914)]
III-4-4
|