e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eijsden

Overzicht

Gevonden: 2926
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bundel, bussel bussel: bössel (Eijsden) bundel [SGV (1914)] III-4-4
bunder, maat van 10.000 m2 (hectare) bunder: boonder (Eijsden) bunder [SGV (1914)] III-4-4
bunzing fis: vies (Eijsden), vuur: vör (Eijsden), vuurder: vörder (Eijsden, ... ) bunzing [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || ulk (bunzing) [SGV (1914)] III-4-2
buskruit pulver (<lat.): polfer (Eijsden) buskruit [SGV (1914)] III-3-1
bussel uitgedorst stro bos: bǫs (Eijsden), bussel: bø̜sǝl (Eijsden), schoof: šoǝf (Eijsden) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
bustehouder cache-corset (fr.): cache-corset (Eijsden), vast lijfje: vasj lijfke (Eijsden) bustehouder, steunlijfje voor de boezem [N 25 (1964)] III-1-3
buurman nabuur: naober (Eijsden) buurman [SGV (1914)] III-3-1
buurt nabuurschap: naoberschap (Eijsden) buurt (in de ~) [SGV (1914)] III-3-1
canadapopulier canadas: ideosyncr.  canadas (Eijsden, ... ), canadassen (Eijsden) De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)] III-4-3
capuchon capuchon (fr.): kappusjon (Eijsden), kap: kap (Eijsden), patersmuts: paotersmoets (Eijsden), tentmuts: tēntmoets (Eijsden) capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)] || de capuchon [N 59 (1973)] III-1-3