e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
teen teen: teen (Einighausen) teen (toon) [DC 01 (1931)] III-1-1
telen, verbouwen trekken: trękǝ (Einighausen) Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.] I-4
tochtig spelig: špēlex (Einighausen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de koe. [N 3A, 29; N C, 4a; JG 1a, 1b; Gwn V, 3; monogr.; add. uit N 3A, 21; N 3A, 9b] I-11
toegangsweg naar het erf vaart: vārt (Einighausen) Toegangsweg of oprijlaan naar het boerenerf. [N 5A, 75a; N 5, 110; N P, 2 add.; monogr.] I-8
toilet huisje: høskə (Einighausen) wc, toilet [N 05A (1964)] III-2-1
tong tong: tŭng (Einighausen) tong [DC 01 (1931)] III-1-1
tornen losdoen: losdōn (Einighausen) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tranende ogen leepsogig (bn.): lêpsuigig (Einighausen) leepogig [SGV (1914)] III-1-1
trap trap: eine sjmalen trap (Einighausen) trap [een smalle ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
trapleuning leen: lę̄n (Einighausen) De leuning van de molentrap. Zie ook afb. 21. [N O, 48k] II-3