e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

Gevonden: 2224
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
framboos flamboos: mv: -e  flambou:se* (Einighausen) [DC 13 (1945)] I-7
franje franjel: fraanjel (Einighausen), frānjǝl (Einighausen) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fruitworm wormpje: idiosyncr. + soms fon. schrift Engels  wuurəmkə (Einighausen) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
gaan gaan: goan (Einighausen) gaan [SGV (1914)] III-1-2
gaatje voor de schoenveter rijggat: riegaater (Einighausen), rijglok: rieloker (Einighausen) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
galerijbalk galerijbalk: galǝrībalǝk (Einighausen) Elk van de balken waarop de galerij van de standerdmolen rust. [N O, 48m; N O, 48n] II-3
galgenaas strop: Opm. Das eine sjtrop = iemand die allerlei ondeugende streken uithaalt.  sjtrop (Einighausen) galgenaas [SGV (1914)] III-3-1
gang gang: gank (Einighausen) gang [SGV (1914)] III-2-1
gang naast de koeienstand zijgang: zīgaŋk (Einighausen) In een bepaald type stal loopt er naast de koeienstand, tussen de schutting en de muur, een vrij smalle gang; soms, bij een ander type stal, zijn er naast de koeienstand twee gangen, een brede en een smalle. Vooral bij keuterboerderijen komt het voor dat er helemaal geen gang naast de koeienstand is. De gangen worden gebruikt voor het transport van voer en mest en om zich door de stal te kunnen verplaatsen. [N 5A, 41a en 41b; N 4, 75] I-6
gans gans: gau̯s (Einighausen) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12